Ik dacht altijd: op mijn 34ste heb ik ze wel, die 2 kinderen. Maar toen ik de ochtend na het feest ter viering van mijn 35ste verjaardag kinderloos en partnerloos wakker werd, tussen lege chipszakken, lege wijnflessen en een enkele logé met een kater, realiseerde ik me dat dat moederschap er niet vanzelf zou komen.
De biologische klok begon te tikken, ik kon geen jaren meer wachten
Ik verkende optie voor optie. Alsnog de juiste partner vinden, daarvoor vond ik het te laat, ik vond dat je elkaar toch minimaal een aantal jaren moet kennen voordat ik aan een gezin zou durven beginnen. Het werd dus tijd voor plan B. Mocht Mister Right toch nog op tijd langskomen voor mijn eitjes, dan stond ik daar uiteraard wel voor open, maar ik ging wel alvast de paden van plan B verkennen, want de realiteit was wel dat mijn “eierwekker” keihard doortikte en dat de kans dat die prins op dat witte paard nog op tijd zou komen, wel érg klein was.
Eén ding wist ik heel zeker: ik wilde heel graag moeder worden, kinderen krijgen, liefhebben, doorgeven, kinderen begeleiden op hun pad in dit leven en dan het allerliefst mijn biologische kinderen. De optie om voor een donor te kiezen veegde ik al snel van tafel. Dat paste niet bij wat ik wilde, ik wilde de opvoeding delen, ik wilde een vader voor mijn kind en ik dacht dat ik geen leuker mens zou worden van de verantwoording en de druk in mijn eentje. Als anderen dat willen en doen vind ik dat prima, maar ik wilde dat zelf liever niet.
Vriendschappen zijn bij mij altijd diepgaand en goed, en met het ‘tot de dood ons scheidt’-gevoel. Ik overwoog om op zoek te gaan naar iemand om samen een gezin te stichten. Niet als liefdespartners, maar in een goed, harmonisch co-ouderschap. Of zou dat toch te complex kunnen worden met een hetero-man? Maar als ik nu eens op zoek zou gaan naar een homostel met kinderwens? Oftewel, een co-ouderschap met homostel. Terwijl ik het bedacht wist ik het meteen: “Dit is het dit is wat ik wil, wat bij mij past. Dit ga ik proberen!
Ik blij, homostel blij, ouders van de mannen blij, want die hadden niet verwacht ooit nog opa en oma te worden.”
Zo makkelijk als ik het bedacht, zo ging het niet, want het homostel moest nog gevonden worden, en die zoektocht duurde anderhalf jaar. We namen toen een half jaar de tijd om elkaar intensief te leren kennen en gaven elkaar daarna het ja-woord. Toen duurde het nog drie miskramen en alles bij elkaar tweeëneenhalf jaar voordat Lorenzo werd geboren en was ik inmiddels veertig.
Ik vond mezelf altijd een jongetje, ik hield van voetbal, ik werkte in de ICT, vond mezelf heel rationeel en heb o.a. wiskunde gestudeerd. Maar toen Lorenzo eenmaal geboren was, was ik Tijgerin Moeder. Ik keek naar de baby in mijn armen, was op slag verliefd en dacht:
“Ik wil je met niets en niemand delen, dat co-ouderschap was het slechtste plan dat ik ooit heb bedacht, hoe kon ik zo stom zijn, je moet minimaal de eerste dertig jaar aan de borst drinken en in mijn armen liggen.”
Gelukkig vond ik nog wel een stukje ratio terug en heb ik me wel langzamerhand naar het 50/50 schema toe geworsteld. De vaders zagen mijn verdriet en pijn en vonden het natuurlijk ook heel moeilijk. Maar toen de hormoonwolk was opgetrokken en we na tien maanden in het schema zaten, toen durfde ik de Grote Vraag te stellen:
“Jongens, ik was een draak dit jaar, dus ik kan me goed voorstellen dat jullie dit niet nog eens willen, maar zouden jullie samen met mij Lorenzo een brusje willen geven?”
De vaders hoefden geen seconde na te denken en we gingen meteen aan de slag. Als het weer zo moeilijk zou gaan, dan zou ik bijna 44 zijn als de tweede zou komen, dus we zetten er vaart achter. Dit keer zou de andere man proberen biologisch vader te worden. Alles ging wonder boven wonder in één keer goed en al snel completeerde Claudio het gezelschap in de bakfiets. Wat een cadeautje, na jarenlang piekeren en angst om nooit moeder te zullen worden, waren er nu twee bedjes in huis waar ik ’s avonds een dekentje recht kon trekken en een knuffel terug leggen! Tot op de dag van vandaag ben ik nog dagelijks dankbaar dat het me gegeven is om twee kinderen te mogen krijgen.
Na dat eerste moeilijke jaar ging het steeds beter tussen ons. De kinderen zijn de helft van de week bij mij en de andere helft bij hun vaders. We doen ook veel dingen samen, zoals feestdagen, verjaardagen, sporttoernooien, vakanties etc. De ouders van de vaders voelen voor mij als schoonouders. We zijn één gezin, verdeeld over twee huizen. Ik ben schuin tegenover de vaders gaan wonen, wat het co-ouderschap nog veel makkelijker en leuker maakt. De kinderen vinden het prima zo, ze zijn niet anders gewend. Twee huizen betekent voor hen twee leuke plekken, twee plaatsen waar speelgoed en boeken liggen. Drie ouders is een rijkdom.
“Als de ene papa moet werken, dan kan de andere voor mij zorgen, en andersom.”
Of erger: “Als mijn ene papa doodgaat, dan heb ik er nog één over.”
Ik heb mijn hele verhaal beschreven in mijn boek de wens en de vaders. Dit leidde tot veel media-aandacht en veel mensen die mij mailden “ik dacht dat ik ongewenst kinderloos zou blijven, maar nu ik dit lees denk ik, ja, het kan toch!” Om een lang verhaal kort te maken: ik heb mijn baan in de ICT opgezegd en werk nu als kinderwenscoach. Ik begeleid singles, homo’s en lesbo’s met een kinderwens, geef workshops en organiseer speeddates en borrels waar ze elkaar kunnen ontmoeten. De eerste speeddate-baby’s en boek-baby’s zijn al geboren!
Dat eerste jaar, dat was echt vreselijk, maar daarna genoot ik met volle teugen en nog steeds. Ik ben enorm blij met de vaders en ben trots op ze.
Heb jij ook een periode gehad als moeder waarin je je vreselijk voelde? En welke periode was wel fijn en goed?
Sterkte en veel geluk op je pad!
Sara Coster (kinderwenscoach)
Anonymous
op 07 Apr 2017Anonymous
op 11 Aug 2017Anonymous
op 15 Jun 2019Anonymous
op 21 Sep 2019Anonymous
op 05 Dec 2019Anonymous
op 07 Dec 2019